Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel [dat] hoorde, zo [57]blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit. 57. Hebreeuws, zette haar ogen in het blanketsel; dat is, heeft haar aangezicht met blanketsel bestreken. Het schijnt dat zij zich stoutelijk toegemaakt en opgepronkt heeft, om Jehu, als door een koninklijke majesteit, schrik en bedwelmheid aan te brengen.